Janáček – Taras Bulba
De Tsjechische componist Leoš Janáček (1854-1928) is, behalve om zijn mozaïekachtige motiefjes, ook bekend geworden door zijn landstaal. Als geen ander liet de componist zich inspireren door de verhalen en volksmuziek van zijn land. Tijdens de romantiek (1800 – 1880) rekent men de muziek met een sterke hang naar vaderlandsliefde tot de Nationale Scholen. Voorbeelden zijn Sibelius – Finland, Bartok – Hongarije, Moessorgski – Rusland, Janáček – Tsjechoslowakije.
Het bloedig drama Taras Bulba is allereerst opgeschreven door de Russische schrijver Gogol en later, in 1918 als driedelig symfonisch gedicht door Janáček op muziek gezet. Het werd een rapsodie voor orkest in drie delen. In 1921 ging het werk in Brno in première.
In dit verhaal, dat zich afspeelt in de zeventiende eeuw, weren de kozakken zich tegen agressie van Polen. Hoofdrolspeler is de historische kozakkenleider Taras Bulba die uiteindelijk een martelaarsdood sterft. Eerder in het verhaal doodt hij eigenhandig zijn eerste zoon die uit liefde voor een Pools meisje naar de vijand is overgelopen. Verder moet de vader toezien dat zijn tweede zoon sterft op een Pools schavot. In het slotdeel ziet Taras Bulba op de brandstapel een visioen van een glorierijk Rusland. Janáčeks keuze voor dit drama werd ingegeven door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tsjechië – dat bij Oostenrijk was ingelijfd – kwam onvrijwillig tegenover de Russen te staan; een arbitrair gekozen vijand waar de Tsjechen zich meer bij verbonden voelden dan met West-Europa. Ook Janáček sympathiseerde toen nog sterk met Rusland. ‘Er is op aarde geen vuur te vinden, geen pijn of kracht die de Russische macht zou kunnen overweldigen’, schreef Gogol. Met deze regel ging Janáček aan het werk.
JANACEK TARAS BULBA NUMMER 297