Chopin – Piano Solo
Frédéric Chopin (1810-1849), zoon van een Franse vader en Poolse moeder, was een sterk lyrisch componist die zijn expressie de vrije loop liet. Grote symfonische werken heeft hij nauwelijks geschreven, met uitzondering van zijn twee pianoconcerten. Hij wijdde zich vooral aan pianomuziek met soms nieuwe vormen: nocturnes, preludes, etudes, polonaises, mazurka’s, ballades, en walsen.
Zijn meeste werken zijn geschreven voor zijn vaderland Polen. De geest van het bezette Polen werd door de gehele westerse wereld gevoeld. Een geschiedschrijver: ‘Chopin droeg geen wapens, maar voor zijn landgenoten was hij de stem van een volk dat zich nooit klein zou laten krijgen.’ Ondanks de uitgesproken Poolse invloeden, gaf Chopin ook uiting aan zijn eigen emoties; zijn muziek herbergt zowel heroïek als fijnzinnigheid. Hij woog nog geen honderd pond, was vrijwel altijd ziek en lag perioden lang aan bed gekluisterd. Toch wist Chopin zeer krachtige en energierijke muziek te componeren.
Polonaises zijn van oorsprong Poolse dansen in driekwartsmaat. Chopin maakte er lyrische stukken van, vol smart, wanhoop, heimwee en soms byzonder virtuoos. Als kind schreef hij reeds Polonaises. In totaal componeerde hij er een twintigtal waarvan er een aantal verloren zijn gegaan. Twee zeer bekende Polonaises zijn Opus 53 in As, de Heroische, met het uitzonderlijke middendeel waarin 51 maal een dynamisch groeiend basmotief zich herhaald. En Opus 40 in A, Militaire.Deze twee Polonaises zijn stormachtig en krijgshaftig. Protestsongs zouden ze nu genoemd worden.
Chopin was 14 toen hij zijn eerste Wals schreef. Aan de wals als dans hield Chopin zich niet. Veelvuldig leest men de tempoaanduiding rubato (= vrij in tempo).
Hij schreef walsen voor de concertzaal, walsen met kracht en virtuositeit. In totaal schreef Chopin een stuk of twintig walsen. Een aantal zijn verloren gegaan. Van de 16 overgebleven walsen zijn voor het luisterpubliek de walsen opus 18 in Es, Grand Valse Brillante, en opus 64 in D, Minutenwals het meest geliefd.
Onder een Nocturne verstaat men een romantisch muziekstuk voortkomend uit de nacht. Bij Chopin betreft het geen natuurschilderingen zoals het woud, de zee etc., maar het beleven van de nacht thuis, bijvoorbeeld spelend aan de piano, misschien zelfs bij kaarslicht of bij een knapperend haardvuur. Chopin componeerde 21 Nocturnes als solowerken voor klavier. De hoofdrol is voor de melodie, niet de virtuositeit. De veelal lyrische melodielijn is te vinden in de rechterhand, de linker begeleidt met meestal gebroken akkoorden. Veelal staan Chopins Nocturnes in mineur, doch laat hij ze in majeur eindigen. Overbekende Nocturnes zijn: opus 9 (1830) nummers 1 in Bes, en 2 in Es. Hij componeerde deze juweeltjes toen hij 20 jaar was.
Chopin was een van de eerste componisten die Ballades voor piano schreef. Hij schreef ze tussen 1831 en 1842. Oorspronkelijk is een Ballade een verhalend gedicht of lied. Weemoed, lyriek en dramatiek kenmerken de vier Ballades van Chopin. Allen staan in een 6 tel maatsoort. Ballade 1 noteerde hij als 21 jarige in Wenen. Direct al horen we zijn liefde voor het vaderland. Filmmaker Polanski gebruikte het in de film De pianist (2002). Chopins slechte gezondheid bracht hem naar Mallorca waar hij zijn Ballade 2 componeerde. Hij droeg het werk op aan Robert Schumann. Ballade 3 opent zeer lieflijk (dolce). ‘Er klinkt zowel maan- als zonlicht in deze muziek’ aldus een fan van de componist. Ballade 4 duurt nog geen dertien minuten en wordt toch beschouwd als een van Chopins meesterwerken. Het is de parel onder de ballades.
Eigenlijk is een Prelude een inleiding voor een muziekstuk. Doch Chopin maakte Preludes als zelfstandige composities. De 24 Preludes opus 28 worden beschouwd als een mijlpaal in de pianoliteratuur. Toppianisten spelen ze graag als een cyclus achtereen. Een bekende Prelude is nummer 15, ook wel de Regendruppelprelude genoemd. Het is de langste uit de serie. Maar vergeet ook niet Prelude 4 in e mineur. Chopin componeerde zijn preludes in 1838 toen hij op het eiland Mallorca verbleef. De sfeer van zijn preludes variëren van vreugde, melancholie en wanhoop. Chopin schreef ook nog twee losse preludes 25 en 26 opus 45.
Van oorsprong heeft een Impromptu een vrije vorm en kent het improvisatorische elementen, maar het komt ook voor als liedvorm. Een Impromptu is vrijwel altijd een pianocompositie. Chopin schreef 4 Impromptu’s, waaronder de beroemde Fantasie Impromptu in cis mineur opus 66 uit 1834 Het virtuoze muziekstuk is voor een amateur pianist vrijwel onmogelijk te spelen vanwege de vele voortekens (dubbelkruizen, herstellingstekens etc.) en ritmische hoogstandjes.
In het jaar 1844 schreef Chopin zijn bekende Berceuse opus 57. Hij droeg dit lieflijke wiegenlied op aan Elise Gavard. Chopin was bevriend met haar vader, een ingenieur en kunsthistoricus. De moeder van Elise was een van de pianoleerlingen van Chopin.
De drie Sonates van Chopin zijn volwassen concertstukken waaraan een gedegen (sonate-) vorm is verbonden. Sonate 1 in c mineur componeerde Chopin in 1828 toen hij nog les had bij Jozef Elsner, waar hij het stuk aan opdroeg. De sonate is postuum uitgegeven en een van Chopins minst opgenomen werken. Daarentegen is Sonate 2 in bes mineur opus 35 misschien wel een van zijn meest gespeelde werken. De sonate kreeg de bijnaam Treurmars, dit vanwege het derde deel Marche funebre: Lento. Sonate 2 werd in 1837 gecomponeerd, het werk duurt circa 25 minuten. Sonate 3 in b mineur opus 58 stamt uit 1844 en is opgedragen aan Gravin Emilie de Perthuis. Het komt regelmatig voor dat tijdens een pianorecital de drie sonates aaneen uitgevoerd worden, dit levert een uur en een kwartier luistergenot op.
Mazurka is een Poolse dans in een driekwartsmaat. Het accent valt op de zwakke maatdelen, vooral de tweede tel, dit in tegenstelling tot de wals waarbij het accent op de eerste tel valt. De eerste tel wordt veelal voorgesteld door een hopfiguur of een triool. Chopin maakte van de dans een zelfstandige muziekvorm. Hij schreef er ongeveer 70, waarvan er 45 werden gepubliceerd tijdens zijn leven; 13 Mazurka’s werden postuum gepubliceerd. De overigen zijn zoekgeraakt. Regelmatig gespeelde Mazurka’s zijn nummers uit opus 6, opus 7, opus 17, 24, opus 30, opus 68.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
CHOPIN PIANO SOLO NUMMER065
Nota bene
Men sprak zijn bewondering uit over het feit dat zijn kleine handen een derde van het klavier konden omspannen. Kenners meenden dat hij niet in staat was lange en sterke passages te spelen. Maar de musicus gaf de voorkeur aan soepel spel.
Hij was geen krachtpatser zoals bijvoorbeeld collega en tijdgenoot Franz Liszt of later Serge Rachmaninov.
De componist en pianist erkende dat zoals de meeste mensen ook hij een zwakke vierde vinger had. Ik kan daar niets aan veranderen, zou hij gezegd hebben, net zomin ik mijn opzichtige neus kan veranderen.