Puccini – Opera

De Italiaan Giacomo Puccini (1858 – 1924) kan beschouwd worden als de opvolger van operacomponist Giuseppe Verdi (1813 – 1901). Zelf vond hij dat hij in de schaduw stond van Verdi, maar ook van de Duitse operacomponist Richard Wagner (1813 – 1883). De operaliefhebber droeg hem echter op handen. Puccini stond met de onderwerpen van zijn opera’s dicht bij het alledaagse leven. Met deze vorm van componeren rekent men hem tot de stijl van het Verisme (Verismo = waar).

In 1884 beleefde de opera Le Villi haar première in Milaan. Het werk kende een wisselend succes en is verschillende keren door de componist herzien. In 1889 vond in Milaan de première plaats van Puccini’s tweede opera Edgar. Het werk kende weinig succes. Enkele delen gebruikte de componist later in zijn opera Tosca.

De internationale doorbraak kwam voor Puccini in 1893 met Manon Lescaut. De componisten Jules Massenet (1842 – 1912) en Daniel Auber (1782 – 1871) hadden reeds eerder een opera rond het verhaal geschreven. Het verhaal is gebaseerd op L’Histoire du chevalier des Grieux et de Manon Lescaut (1731) van de schrijver Abbé Prévost. Het verhaal behandelt de tragische liefdes van heldin Manon met een arme student en tevens een vermogend edelman.

La Fanciulla del West (Het meisje van het Wilde Westen) is een opera uit 1910. Het werk wordt zelden uitgevoerd vanwege de moeilijke sopraanpartij voor de hoofdrolspeler. Een andere reden zou kunnen zijn dat de opera eindigt met een happy end in plaats van een treurige afloop (dat meestal het geval is bij een opera). In 1917 was de première van de La rondine (de zwaluw). Het werd één van Puccini’s minst populaire opera’s.

De opera Turandot (1924) heeft Puccini niet kunnen voltooien. Collega componist Franco Alfano (1875 – 1954) heeft het werk volbracht. Het verhaal is gebaseerd op een eeuwenoud sprookje. De muziek herbergt enkele echte Chinese melodieën. De ongelukkige Turandot is de dochter van de keizer. Het heftige verhaal, in alle opzichten een drama, speelt zich af in een paleis. Ingrediënten: liefde en hartstocht, marteling en onthoofding en zelfdoding.

De opera’s La Bohème (1896), Tosca (1900), Madame Butterfly (1904), Il trittio (1918), misschien wel de meesterwerken van Puccini, zijn als zelfstandig item opgenomen in het archief.

PUCCINI OPERA NUMMER 552
https://www.youtube.com/watch?v=Uau48wh5CeI

Nota bene

De persoon Giacomo Puccini wordt door tijdgenoten omschreven als een beminnelijk en charmant figuur.

Hij was een levensgenieter die hield van dikke sigaren, mooie vrouwen, snelle auto’s en speedboten.

Intellectuele eigenschappen waren niet zichtbaar aanwezig. Bijvakken op het conservatorium als psychologie, pedagogiek en esthetiek voor hij ronduit saai. Maatschappelijke kwesties interesseerde hem nauwelijks.