Honegger – Jeanne d’Arc
De Zwitserse componist Arthur Honegger (1892-1955) werd in Le Havre geboren. Als jongetje speelde hij viool en had zijn hart al verpand aan Bach en Beethoven. Hij heeft deze componisten nooit echt losgelaten. Honegger studeerde aan de conservatoria van Zurich en Parijs
In wezen was Arthur Honegger een pessimist. Met een religieus gevoel bezong en bespeelde hij de tragiek, de angst en de hulpeloosheid van het aardse bestaan. Ondanks deze serieuze inslag – en daarbij ook nog een zekere liefde voor de Duitse muziek – was Honegger lid van de ietwat losbandige componistengroep ‘Groupe des six’. In de soms speelse stijl van deze groep componeerde Honegger werken zoals Pacific 231 en Rugby.
Honegger schreef met zijn Jeanne d’Arc au Bûcher een van de indrukwekkendste oratoria van de twintigste eeuw. Hoewel er ook velen beweren dat het om een opera zou gaan (!) In samenwerking met choreografe Ida Rubinstein en dichter Paul Claudel kwam het stuk in 1938 tot stand. Het werk vereist een zeer grote en, ook voor die tijd, vreemde bezetting. Zo is men getuige van een drama met vijf spreekstemmen, vijf zangsolisten, een gemengd koor dat zowel zingt, spreekt en schreeuwt en een kinderkoor. Het muziekdrama bestaat uit een proloog en elf scènes. Aan het begin bevindt Jeanne zich reeds op de brandstapel en volgen er flashbacks in een willekeurige volgorde.
De dramatische tekst en aangrijpende muziek kan je soms doen huiveren. Jeanne: Je ne veux pas mourir! J’ai peur! (Ik wil niet sterven, ik ben bang!) Vooral de laatste delen zijn zeer indrukwekkend. We horen Gregoriaanse melodieën, volksliederen en kinderliedjes. Een huiveringwekkend spelend orkest wordt omlijst door carillon en doodsklokken. Door deze muziekbrei hoort Jeanne de stemmen van de engelen. In het slotdeel beschuldigt en veroordeelt een scheldend volk haar tot samenwerking met de duivel. Als de vlammen doven verkondigen hemelse stemmen: Niemand kan groter liefde geven dan het offer van zijn leven.
HONEGGER – JEANNE D’ARC NUMMER 209