Leoncavallo – Pagliacci
De opera Pagliacci (Paljas) uit 1892 is een juweel van een korte opera en het enige beroemde werk van de Italiaanse componist Ruggiero Leoncavallo. Leoncavallo (1857-1919) is een van de eerste klassieke componisten die volledig gebruik maakte van het nieuwe medium de grammofoon. Al in 1904 neemt hij een van zijn populaire liederen op en in 1907 was hij de eerste die een complete opera, Pagliacci op de plaat vastlegde. Twee top aria’s uit deze opera: Vesti la guibba en No, pagliaccio non son.
Pagliacci is eigenlijk een toneelstuk in een opera. Voordat het doek open gaat, vertelt de gebochelde Tonio het publiek dat toneel en drama een afspiegeling zijn van het dagelijks leven. Als de eigenlijke opera gaat beginnen en het doek opengaat, arriveert er juist een toneelgezelschap en wordt de avondvoorstelling aangekondigd. De feestelijke atmosfeer wordt ruw verstoord als Canio zijn vrouw Nedda in de gaten krijgt. Zij heeft een verhouding met Silvio, en ook de mismaakte Tonio heeft een oogje op haar. Hij wordt echter door haar afgewezen. Tonio luistert vervolgens een gesprek af tussen Nedda en haar nieuwe minnaar die haar probeert over te halen om er samen met hem vandoor te gaan. De jaloerse Tonio vertelt dit aan Canio, de wettige man van Nedda. Tijdens de toneelvoorstelling gaat Canio zó in zijn rol op dat hij zich telkens vergist en af en toe in de werkelijkheid verdwaald. Publiekelijk smeekt hij Nedda de naam van haar minnaar te noemen. Als zij weigert, steekt hij haar neer. De te hulp schietende Silvio wordt eveneens aan het mes geregen door Canio. Als deze door het publiek wordt vastgehouden roept hij: De voorstelling is afgelopen…
LEONCAVALLO PAGLIACCI NUMMER 295