Röntgen – Oeuvre

Julius Röntgen werd in 1855 geboren in Leipzig, hij stierf in 1932 in Utrecht. Hij wordt beschouwd als een Duits-Nederlands componist. Hij was de zoon van Engelbert Röntgen violist-concertmeester van het Leipziger Gewandhausorchester en de Duitse pianiste Pauline Klengel.

Julius was wonderkind pianist. Op jonge leeftijd componeerde hij en maakte tournees. Hij volgde zijn muziekstudie aan het conservatorium van Leipzig.

Röntgen liet een oeuvre na van meer dan 500 werken waaronder een tiental symfonieën, vioolconcerten en kamermuziek.  Hij liet zich hierbij inspireren door Johannes Brahms (1833 – 1897) en Edvard Grieg (1843 – 1907). Met deze laatste sloot hij vriendschap voor het leven. Pianovirtuoos en componist Franz Liszt (1811 – 1886) toonde veel belangstelling voor het wonderkind.

In 1877 vestigde Röntgen zich in Amsterdam. Hij dirigeerde, gaf pianoles en organiseerde concerten. In 1844 toen Brahms Amsterdam bezocht was Röntgen solist in zijn 2e pianoconcert. In 1883 richtte hij het Amsterdamse Conservatorium op. Ook had hij alles te maken met de bouw van het Concertgebouw dat in 1888 gereedkwam.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

RÖNTGEN OEUVRE NUMMER 811

Nota bene

In de grote zaal van het Concertgebouw prijken 48 componisten-cartouches.

17 grote en kleine namen, in goud beschilderd, prijken aan de balkonrand. In alfabetische volgorde zijn dit Bartok – Bruckner - Debussy - Dvorák – Dopper – Diepenbrock - Franck – Mahler – Pijper - Ravel - Reger - Röntgen – Richard Strauss – Stravinsky - Tsjaikovski – Wagenaar - Zweers