Corelli – Concerti grossi

Arcangelo Corelli (1653-1713) was een Italiaans componist en violist. Toen hij dertien was, werd hij toegelaten tot de belangrijke Muziekacademie in Bologna. Hij ontplooide zich daar tot een van de beste violisten van Italië. Corelli trad op in kerken en theaters en ontmoette zo koningin Christina van Zweden, die een huis bezat in Rome en een eigen academie voor kamermuziek had opgericht. Zij nam Corelli in dienst. Corelli werd een vermaard componist die grote invloed had op zijn landgenoot Vivaldi (1675-1741), maar ook op de meesters uit buurland Duitsland.

Corelli was één van de grootste meesters van de Barok (1600 – 1750). Andere hooggewaardeerde componisten uit dat tijdvak waren onder andere J.S.Bach (1685 – 1750), Händel (1685 – 1759) en Vivaldi 1675 – 1741). Corelli componeerde in tegenstelling tot zijn tijdgenoten vrijwel uitsluitend instrumentale muziek. Zijn twaalf Concerti grossi, die kort na zijn dood werden uitgegeven, behoren tot het hoogtepunt van dit genre. De meeste van deze stukken bevatten drie delen waarin een kleine groep instrumenten (concertino) – in het geval van Corelli meestal twee violen en een klavecimbel – het muzikale spel aangaat met het orkest (grosso).

Corelli verklaarde vaak dat zijn werk ten doel had het vioolspel met al zijn mogelijkheden te laten demonstreren. Dit komt het goed naar voren in zijn opus 6 met het inmiddels beroemde Concerto grosso 8, ook wel het Kerstconcert genoemd omdat het bestemd was om op de vooravond van Kerst uit te voeren.  De afwisseling tussen de snelle en langzame delen werden uitgewerkt door zijn opvolger Vivaldi, die het Concerto grosso naar het volwassen vioolconcert leidde. Maar ook de Brandenburgse concerten van J.S.Bach zijn topstukken in dit genre.

CORELLI CONCERTI GROSSI NUMMER 226