Vrouwelijke componisten na 1800

Zelden heeft een vrouw zich in de kunst van het componeren kunnen meten met genieën als Bach, Beethoven, Mozart, Stravinsky en noem maar op. Vanzelfsprekend zijn er tal van vrouwelijke componisten die fantastische muziek hebben gecomponeerd en nog componeren. De beschermheilige van de muziek is een vrouw, Cecilia (200 n Chr – 230 n Chr. Zie illustratie boven)

Amy Beach (1867-1944) was de eerste succesvolle vrouwelijke componist van Amerika. Zij was een ervaren pianiste die na haar huwelijk ermee instemde haar piano-optredens te beperken tot één liefdadigheidsconcert per jaar. Na de dood van haar man toerde ze door Europa als pianiste en speelde ze haar eigen composities met veel bijval. Haar muziek is overwegend romantisch, hoewel ze in haar latere werken experimenteerde met meer exotische harmonieën en technieken. Haar bekendste werken zijn de Mis in Es majeur en de Gaelic Symphony.

Melanie Bonis (1858 – 1937) was een Frans componiste van eenvoudige komaf. Zij kreeg een religieuze opvoeding. Studeerde harmonieleer en zat in de orgelklas van César Franck en was een klasgenoot van Claude Debussy. Omdat ze niet als vrouw herkend wilde worden ondertekende ze haar eerste composities met Mel Bonis. Op gedichten van Ernest Guiraud, haar eerste liefde componeerde ze liederen. Haar familie wees een huwelijk met hem af. Een verstandshuwelijk volgde, een industrieel en vader van 5 kinderen. Later, in 1890 ontmoette ze haar grote liefde Ernest wederom. Met hem kreeg ze een dochter, Madeleine, van wie het bestaan geheim bleef. Melanie componeerde melodieën op zijn Les airs Classiques. Ze was de eerste vrouw die lid (secretaris) werd van de Société nationale de musique. Dochter Madeleine trouwde met Melanies jongste zoon Edouard. Toen deze stierf componeerde Melanie Cantique de Jean Racine. Bonis schreef in de stijl van haar Franse tijdgenoten ruim 300 werken waaronder werken voor Piano (uitgegeven in negen banden), Fluit, Strijkinstrumenten, Orgel, Koor, Harp, Liederen, Orkestwerken, Piano Studieboeken e.a.

De Nederlandse componiste en pianiste Henriette Bosmans (1895 – 1952) werd geboren, leefde en werkte in Amsterdam. Zij was de dochter van de cellist Henri Bosman en pianiste Sara Benedicts. Als tiener trad Henriette reeds op in het Amsterdamse Concertgebouw. Als componiste werd ze vooral bekend door haar Kamermuziek met piano, viool en cello, Liederen, Pianosonates, Celloconcerten.

Lili Boulanger (1893 – 1918) was een Frans componiste. Behalve dat ze zong, speelde ze viool, cello, piano, en orgel. Lili was de eerste vrouwelijke componist die vereerd werd met de prestigieuze Prix de Rome, zij won deze met haar cantate Faust et Hélène. Aan Lili is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Teresa Carreno (1853-1917). Deze Venezolaanse pianiste, zangeres en componiste trad op voor Abraham Lincoln in het Witte Huis in 1863 en bij verschillende promenadeconcerten van Henry Wood. Ze componeerde minstens 40 werken voor piano, twee voor zang en piano, twee voor koor en orkest, en twee kamermuziekwerken. Haar nummer ‘Tendeur’ was een hit in haar tijd. Opmerkelijk genoeg is er een krater op Venus naar haar vernoemd.

Cécile Chaminade was een Frans componiste en pianiste die leefde van 1857 tot 1944. Als kind vertoonde ze reeds talent. Haar ouders waren echter niet voor een muzikale carrière. Grote namen uit de muziekwereld, waaronder Saint-Saens, Chabrier en Bizet, moedigde haar aan om door te zetten. Als achttienjarige gaf ze haar eerste concerten, waarna haar eerste composities verschenen waaronder Pianotrio, Pianoconcert en Koorsymfonie. Voor pianofabrikant Player nam ze pianorollen op. Ze was populair in Engeland waar grammofoonplaten van haar werken werden gemaakt. In Amerika werden haar composities even geliefd. Haar oeuvre is omvangrijk, we noemen: Pianowerken (ruim 200), Pianotrio, Pianoconcert, Fluitconcert, Liederen, waaronder L’anneau d’argent en Ritournelle, Suite voor orkest, Opera en andere orkestwerken.In 1913 werd ze, als eerste vrouwelijke componist, onderscheiden met het lidmaatschap van het Legioen van Eer.

Rebecca Clarke (1886-1979). De in Harrow geboren Clarke is vooral bekend om haar kamermuziek voor altviool, die ze schreef voor zichzelf en de volledig vrouwelijke kamerensembles waarin ze speelde. Haar werken – waaronder een Altvioolsonate – werden sterk beïnvloed door verschillende stromingen in de klassieke muziek van de 20e eeuw , met name het impressionisme van Claude Debussy. Clarke kende veel vooraanstaande componisten van die tijd, waaronder Ravel, met wie haar werk is vergeleken.

Anna Merkje Cramer, componist en pianist, werd in 1873 in Amsterdam geboren, ze stierf in Blaricum in 1968. Als huishoudhulp verdiende ze haar lesgeld voor het conservatorium in Amsterdam. Daarna verhuisde ze naar Berlijn. In 1903 kreeg zij publiciteit door haar lied Wenn die Linde blûht. Bekende zangers namen haar liederen op in hun repertoire. Haar Duitstalige liederen, zowel kunstliederen als volksliederen, werden in vier bundels uitgegeven. In 1925 vestigde zij zich in Wenen. Opera’s die daar ontstonden waren Der letzteTanz en Dr. Pipalumbo. Twee andere zangstukken: Troubadour-Ständchen en Zigeunerlied. Vanaf 1934 leefde zij in afzondering aan de Bloemgracht te Amsterdam. Zwaar overspannen deponeerde zij in 1958 een koffer met manuscripten in een bankkluis. De koffer bevindt zich momenteel in het Nederlands Muziek Instituut van de Koninklijke Bibliotheek Den Haag.  In 1960 werd zij opgenomen in een verpleeghuis voor dementerenden. Na haar dood ontstond er in 1900 weer belangstelling voor haar werk. Liederen met pianobegeleiding werden opnieuw uitgegeven. In 1993 ontstond het ballet De laatste dans op muziek uit haar beide opera’s.

Louise Farrenc (1804 – 1875) was een Frans componiste en pianovirtuoos. Haar composities omvatten 3 symfonieën, koorwerken, kamermuziek en een breed scala aan pianomuziek. Zij kreeg les van pianomeesters als Hummel en Moscheles. Ze was gehuwd met de fluitist Aristide Farrenc waarmee ze tournees ondernam. Ondanks haar beroemdheid en genialiteit kreeg ze minder betaald dan haar mannelijke collega’s. Later eiste ze een gelijkwaardig loon en ontving ze dit nadat ze haar Nonet voor blazers had gepubliceerd en uitgevoerd met o.a. violist Joseph Joachim. Een ander noemenswaardig werk is Trio voor Klarinet Cello en Piano Opus 44.

Marie Jaëll (1846 – 1925) was een Frans componiste en pianiste. Geboren als Marie Trautmann. Ze gaf o.a. les aan Albert Schweitzer. Als wonderkind van acht gaf zij reeds concerten. Zij ging studeren aan het conservatorium van Parijs. Onder het juk van haar moeder verzorgde zij concerten door Europa. Marie huwde met de pianist Alfred Jaëll, vriend van o.a. Liszt en Brahms. Compositie studeerde ze bij César Franck en Camille Saint-Saëns. Franz Liszt zou haar composities promoten. Beroemd geworden werken: Pianoconcert 1 & 2, Celloconcert, Pianosolo, Liederen en werken voor Koor.  

Alma Mahler (1879 – 1964) was de echtgenote van de componist Gustav Mahler (1860 – 1911). Als meisje had Alma piano- en compositieles van de componist Alexander Zemlinsky (1871 – 1942). Ze schreef ruim 100 liederen waarvan er een handjevol bewaard zijn gebleven. Aan Alma is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Emilie Mayer (1812 – 1883) was een Duits componiste. Ze schreef 8 Symfonieën, 15 Ouvertures, Kamermuziek en Liederen. Als kind van 5 speelde ze piano. Zij was de dochter van een apotheker. Begin jaren 40 nam ze compositieles bij Carl Loewe. In Berlijn werden haar eerste werken uitgevoerd. Haar eerste succesvolle compositie was het Piano Trio in D. Ze werd de beroemdste vrouwelijke componist in Duitsland. Haar oeuvre bestaat uit het Singspiel ‘Die Fischerin’, Symfonieën, Ouvertures, en diverse Vocale werken. Aan Emilie Mayer is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Fanny Mendelssohn of Fanny Hensel (1805 – 1847) was de zus van de beroemde componist en dirigent Felix Mendelssohn (1809 – 1847). Fanny componeerde bijna 500 werken, waaronder een beroemd geworden pianotrio.  Zij was tevens een voortreffelijk pianiste. Aan Fanny is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Dora Pejačević (1885 – 1923) violiste en componiste, geboren in Boedapest. Stamt uit een adellijke familie en werd grootgebracht op een kasteel. Haar moeder was een geschoold musicienne. Aanvankelijk schreef ze muziek volgens de romantische traditie, zoals het Gondellied. In 1913 verscheen haar eerste concertwerk, een pianoconcert. Na de Eerste Wereldoorlog werden haar werken weerspiegeld door de zinloosheid van oorlog, dood, isolatie etc., en werd ze beïnvloed door de filosofische stroming Nihilisme. Ze werd vooral bekend om haar vocale composities, pianomuziek en strijkkwartetten, veelal beïnvloed door het impressionisme en expressionisme. Ze was een verwoed lezer van moderne literatuur. Ze stierf na de geboorte van haar eerste kind. Naar het schijnt voorspelde ze haar eigen dood. Haar oeuvre bevat 106 werken, waaronder: Liederen waaronder Orkestliederen en Liedcycli, werken voor Pianosolo, Pianoconcert, Kamermuziek, Symfonie…

Florence Price (1887 – 1935) werd in het Amerikaanse Little Rock geboren, Haar vader was tandarts, haar moeder muzieklerares die haar de eerste pianolessen gaf. Ze was nog geen 5 jaar toen ze haar eerste recital gaf. Toen ze 11 was werd haar eerste compositie gepubliceerd. Aan het conservatorium studeerde ze piano, orgel en compositie. Tijdens haar studie ontstonden haar vroege symfonieën en een strijktrio. Zij was de eerste Afro-Amerikaanse vrouw waarvan haar symfonieën en andere werken door gerenommeerde Symfonieorkesten werden gespeeld. In Chicago publiceerde zij haar eerste pianocomposities (1928). Om na haar scheiding met de advocaat Thomas Price in haar onderhoud te voorzien trad ze als organist op bij stomme films in bioscopen. Tevens componeerde ze songs voor commercials. Samen met collega Margaret Bonds verkreeg zij nationale bekendheid en werden haar Symfonie in e mineur en haar Pianosonate bekroond met prijzen. Price componeerde 4 Symfonieën, Orgelmuziek, 3 Pianoconcerten, waaronder een Pianoconcert in een deel, 2 Vioolconcerten, Kamermuziek, Koorwerken, meer dan 100 Liederen en arrangementen van Spirituals, zoals Nobody knows the trouble I see, 1938 en Were you there they crucified my Lord 1942. In 2009 worden werken van haar gevonden in een verlaten huis in St.Anne, Illinois.

Clara Schumann (1819-1896), de vrouw van Robert Schumann en zelf een van de meest vooraanstaande pianisten van haar tijd. Haar vader Friedrich Wieck leerde haar componeren. Ze schreef haar pianoconcert op 14-jarige leeftijd. Ook schreef ze een Pianotrio en tientallen werken voor Pianosolo. Aan Clara Schumann is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Ethel Smyth (1858 – 1944) was een Engelse schrijfster, componiste en dirigente. Haar vader was generaal. Haar moeder bezat de Franse nationaliteit. Al vroeg leerde ze de muziek van Beethoven, Schubert en Schumann kennen. Pas als twintigjarige bezocht ze het conservatorium. In Leipzig ging zij om met de Schumanns, Grieg, Brahms en Tsjaikovski. Ethel Smyth werd in 1910 lid van de militante Engelse feministen. In 1910-1911 ontstonden de Songs of sunrise, voor vrouwenkoor. Het 3e lied, The March of the Women werd een strijdlied. Na de oorlog werd in het Verenigd Koninkrijk het vrouwenkiesrecht ingevoerd. In 1920 werd haar werk The Prison voor de BBC uitgevoerd. Haar bescheiden oeuvre bestaat uit Kamermuziek, Mis in D, Opera’s, Madrigalen en Symfonie voor klein orkest. In 1922 werd zij uitgeroepen tot Dame Commandeur of the Order of the British Empire. Tussen haar en de schrijfster Virginia Woolf ontstond een intieme briefwisseling.

Germaine Tailleferre (1892-1983) was de enige vrouw in de groep Franse componisten Les Six. Aangemoedigd en geïnspireerd door haar vrienden – onder wie Poulenc en Ravel – schreef ze in de jaren twintig veel van haar belangrijkste werken, waaronder haar eerste pianoconcert, het harpconcert, de balletten ‘Le marchand d’oiseaux’ en ‘La nouvelle Cythère’. Ze componeerde en speelde piano tot aan haar dood op 91-jarige leeftijd. Aan Germaine is op klassiekemuziek.tv een zelfstandig item gewijd.

Pauline Viardot-Garcia (1821 – 1910) was een Frans-Spaanse componiste en zangeres. Zij was de dochter van een beroemd tenor. Haar moeder was sopraan. Ook haar enige zus werd zangeres, haar broer zangleraar. Na een glansrol in de Barbier van Sevilla vestigde zij zich in Parijs waar ze leefde als een diva gevolgd door de roddelpers. Een fan en geliefde van Pauline was George Sand. Toen Pauline als prima donna in Sint-Petersburg concerten gaf raakte zij bevriend met de schrijver Toergeniev, het begin van een levenslange verhouding. Hij schreef libretto’s voor haar opera’s, waaronder Trop de femmes en Le dernier sorcier. Verder schreef ze koorwerken, liederen en pianowerken. Mede door haar vakmanschap en charmante verschijning onderhield ze vriendschappen  met Clara Schumann, Chopin, Rossini, Saint-Saens, Gounod en Berlioz.

Emiliana de Zubeldía (1888 -1987) was een Spaans pianiste en componiste. Ze is vooral bekend door haar werken voor gitaar. Haar studie volgde ze in Parijs, bij Vincent d’Indy compositie en piano bij Blanche Selva. Na een wereldtournee verhuisde zij in 1930 naar New York, en ontmoette daar Andrés Segovia. Zij verzorgden radio-uitzendingen over Spaanse muziek. In 1935 verhuisde zij naar Mexico, waar zij 40 jaar lang werkte als muzieklerares. Behalve voor gitaar componeerde zij voor zang, piano, harp, koor, orkest, kamerensembles.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

VROUWELIJKE COMPONISTEN NA 1800 NUMMER 935

Lees verder Vrouwelijke componisten na 1900