Stravinsky – Religie
Igor Stravinsky (1882 – 1971) was grootgebracht met het Russisch- Orthodoxe geloof maar als jongeling afgevallen. Eind jaren twintig keerde hij terug naar het geloof. In 1930 baarde hij opzien met zijn koorwerk Psalmen Symfonie. In dit driedelige werk met teksten uit de Latijnse Bijbelvertaling (Psalmen 38,39,40 en 150) treedt een koor op zonder zangsolisten, terwijl violen en altviolen ontbreken, wel spelen er 2 piano’s mee. (Lees verder nummer112.)
In 1926 woonde de componist in Padua een processie bij. Het inspireerde hem tot het schrijven van zijn eerste religieuze werken, Pater Noster (Onze Vader.) Het korte, sobere werk is bedoeld voor gemengd koor a capella. Later zou het werk deel uit gaan maken van een drieluik: Pater Noster – Credo – Ave Maria.
Stravinsky componeerde zijn Credo in 1932. Net als het Pater Noster is het bedoeld voor vierstemmig a capella gemengd koor en is het oorspronkelijk in het Kerkslavisch geschreven doch later vertaald naar het Latijn. Het werk is bedoeld voor de eredienst en heeft geen muzikale opsmuk.
In 1934 voltooide Stravinsky zijn drieluik met het mooie Ave Maria. Het werk is geschreven voor 4-stemmig gemengd koor, a capella. Het betreft een kort stuk dat soms niet langer dan anderhalf minuut duurt. De muziek is opgebouwd uit eenvoudige akkoorden waarbij alle stemmen ritmisch gelijk zijn. Het Ave Maria is functioneel en devotioneel, niet bedoeld als concertstuk.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
STRAVINSKY RELIGIE NUMMER1028