Stolz – Operettes

De Oostenrijkse componist Robert Stolz (1880 – 1975) is vooral bekend van zijn operettes, filmmuziek en schlagers. Van laatst genoemde muzieksoort zijn wereldberoemd geworden: Adieu, mein kleiner Gardeoffizier, Auf der Heide blüh’n die letzten Rosen, Im Prater blüh’n wieder die Bäume, Du sollst der Kaiser meiner Seele sein… Zangers en zangeressen, zowel klassiek geschoold als van het lichte genre namen zijn schlagers op in hun repertoire.

Robert Stolz was een wonderkind. Als 7 jarige pianist gaf hij zijn eerste openbaar concert. Hij zou zich later inschrijven aan het conservatorium van Wenen. Stolz begon zijn carrière als dirigent. In Wenen dirigeerde hij enkele premières van operettecomponist Franz Lehár (1870 – 1948), waaronder Die lustige Witwe.

Dat Stolz een beroemd man werd blijkt wel uit zijn prijzenkast, waaronder een benoeming tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau. Verder reed er in Oostenrijk een Robert Stolz-trein en bestaat er in Berlijn een Robert Stolz-park.

Stolz schreef meer dan 60 operettes. Hij wordt de koning van de Weense operette genoemd. Drie operettes: Zwei Herzen im Dreivierteltakt, Ein Schöner Herbst, Frühjahrsparade.

Operette is luchtiger dan een opera en heeft meestal een happy end. Men laat de operette als muziekvorm beginnen bij Jacques Offenbach (1819 – 1880), gevolgd door Franz von Suppé, Franz Lehár, Oscar Strauss en Robert Stolz.

STOLZ OPERETTES NUMMER 667