Taneyev – Oeuvre

De Russische componist Sergej Taneyev (1856 – 1915) was de zoon van een amateurmusicus tevens overheidsfunctionaris. Sergej was bevriend met Peter Tsjaikovski (1840 – 1893), voorheen zijn compositieleraar aan het conservatorium van Moskou. Later zou hij zijn leraar opvolgen aan hetzelfde instituut. Als pianist verzorgde Tanejev vaak de premières van de pianocomposities van Tsjaikovski.

Taneyev zou eveneens auteur worden van muziektheoretische werken. Als leraar zou hij namen onderwijzen die later wereldroem zouden vergaren, o.a.: Reinhold Glière, Alexander Skrjabin, en Serge Rachmaninov. Ook de Nederlander Peter van Anrooy volgde lessen bij hem. Opmerkelijk is dat Tanejev, vriend van schrijver Tolstoj, niet in de traditie van de Russische school componeerde, terwijl zijn collega componisten er alles aan deden om moedertje Rusland een warm hart toe te dragen. Je zou hem een kosmopolitisch componist kunnen noemen.

Zijn Pianokwintet uit 1911 wordt als meesterwerk bestempeld. Kamermuziek schrijven was zijn sterke punt. Al zijn er vocale composities en enkele symfonieën bewaard gebleven. Symfonie 4 uit 1898 wordt nog dikwijls uitgevoerd. De cantate Johannes van Damascus, op tekst van zijn vriend de schrijver Lev Tolstoi, die in 1884 in première ging, wordt alom geprezen, evenals de suite Concert voor viool en orkest opus 28 uit 1909.

TANEYEV OEUVRE NUMMER 736