Saint-Saëns – Symfonie 3 – Orgelsymfonie

Als vijfjarige jongen trad de Franse componist Camille Saint-Saëns (1835-1921) reeds op als pianist. En als tachtigjarige speelde hij nog dagelijks een paar uur vingeroefeningen om zijn conditie op peil te houden. Ook trad hij nog kort voor zijn dood regelmatig op. Van moderne muziek moest hij weinig hebben, het ging hem om de melodie, die moest mooi zijn. Zijn muziek moest als het even kon iedereen aanspreken, dus ook de gewone man die doorgaans weinig naar klassieke muziek luistert.

Dit laatste is hem in alle opzichten gelukt. Want wie kent niet de cellosolo, die de stervende zwaan voorstelt uit Carnaval des Animaux (1887). Ook Saint-Saëns’ Danse macabre (1874) bezit melodieën die door velen herkend en gewaardeerd worden. Als muziekrecensent schreef Saint-Saëns eens: ‘De componist die zich niet happy voelt bij mooie melodieën, harmonieuze klankkleuren en een goede opeenvolging van akkoorden, begrijpt weinig van de kunst’.

Symfonie 3 in  c mineur uit 1886, opus 78, gewoonlijk de Orgelsymfonie genoemd, werd opgedragen aan componist en pianist Franz Liszt (1811-1886). Saint-Saëns en Liszt hadden wederzijdse liefde en bewondering voor elkaars werken. Behalve een zeer groot symfonieorkest speelt er in Symfonie 3 een kerkorgel en een piano (vierhandig) mee. Ook de niet-klassieke luisteraar kent ongetwijfeld het beroemde thema uit Saint-Saëns Orgelsymfonie. Het orgel, begeleid door strijkers speelt mee in het 2e deel, Adagio, en het 4e deel, Maestoso. Het gehele concert duurt ca 35 minuten. Het thema dat door de gehele symfonie te horen is, is afgeleid van het Dies Irae (Dag des oordeels) uit de mis voor de overledenen.

Omdat Symfonie 3 een groot concertorgel vereist en dat dit niet in alle concertzalen aanwezig is wordt het werk weinig uitgevoerd.

Van dit machtige orgelgedeelte werd in 1977 door Scott Fitzgerald de popsong If I had words gemaakt dat op de eerste plaats van de hitlijsten terecht kwam. De uitvoerende zangeres was Yvonne Keeley.

Over het algemeen is men niet enthousiast over de Symfonieën 1 en 2 van Saint-Saens. Symfonie 1 opus 2 uit 1853 componeerde hij op 18-jarige leeftijd. In Symfonie 2 opus 55 uit 1859 valt het klagende adagio en het vrolijke scherzo op. Over Symfonie 3 met orgel was een ieder zeer enthousiast. Zelfs de componist leek tevreden: Met dit werk heb ik alles gegeven wat ik kon geven. Ik ben niet in staat om ooit nog een symfonie als deze te schrijven. En zo geschiedde het.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

SAINT-SAENS SYMFONIE 3 ORGELSYMFONIE NUMMER075

Nota bene

In de muziekgeschiedenis wordt er gestrooid met jonge talenten, met wonderkinderen zelfs. Wie kent niet de verhalen rond Mozart, Mendelssohn, Paganini, Richard Strauss, Saint-Saens en Prokofjev (en vult u maar aan).

Minder bekend zijn de wonderkinderen Crisostomo Arriaga, die wel de Spaanse Mozart werd genoemd en de Roemeen Carl Filtsch. Frederic Chopin was zo onder de indruk van het 11-jarige muziekwonder Filtsch (pianist en componist) dat hij hem driemaal per week lesgaf. Vlak voor zijn 15e stierf de jongen.

Arriaga, violist en componist speelde op zijn 11e reeds in een strijkkwartet en was 13 jaar toe hij een opera voltooide. Hij stierf voor zijn twintigste aan tuberculose. Het wonderkind liet een oeuvre van 25 hooggewaardeerde composities na.