Borodin – Strijkkwartet 2

De Rus Alexander Borodin (1833 – 1887) was van adellijke huize. Als jong kind toonde hij een buitengewone belangstelling voor muziek. Hij kwam uit een milieu waar muziek, in zijn geval pianolessen, een onderdeel was van de opvoeding. Doch een professionele loopbaan als musicus zat er niet in. Hij was 17 jaar toen hij medicijnen ging studeren. Als volwassen man genoot Borodin een groot aanzien als professor in de chemie. Hij verwierf internationale bekendheid met onderzoeken en publicaties. Muziek bleef echter zijn tweede passie. Hij nam compositieles bij Balakirev (eveneens hoogleraar chemie), sloot zich aan bij de componistengroep De machtige vijf en huwde met een pianiste. Borodin zelf was amateur cellist.

Als componist kennen we Borodin vooral van zijn Polowetser dansen uit de opera Prins Igor, verder het symfonisch gedicht In de steppen van Centraal Azië en drie symfonieën, waarvan Symfonie 2 het meest uitgevoerd wordt. Borodin schreef 2 strijkkwartetten.

Een veel uitgevoerd stuk kamermuziek van Borodin is Strijkkwartet 2 uit 1881, opgedragen aan zijn echtgenote. De populariteit van Strijkkwartet 2 is voornamelijk te danken aan het derde deel, Nocturne (Nachtstuk). Het kan omschreven worden als een liefdesduet. Het is misschien wel het meest gewaardeerde stuk muziek dat Borodin ooit heeft geschreven. Men neemt aan dat Nocturne een hofmakerij voorstelt waarin de cellopartij Borodin vertegenwoordigt, terwijl de eerste viool zijn echtgenote voorstelt. Meerdere malen wordt een vraag en antwoord spel gespeeld. Nocturne wordt dikwijls als zelfstandig muziekstuk uitgevoerd en is tevens voor strijkorkest gearrangeerd. Men beschouwt Borodin als een van de grondleggers van de Russische kamermuziek.

Het Borodin Kwartet is een wereldberoemd strijkkwartet dat in 1945 in de Sovjet Unie werd opgericht. Aanvankelijk heette het Conservatorium Kwartet Moskou (met Rostropovitsj als cellist).

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

BORODIN STRIJKKWARTET 2 NUMMER 419

Nota bene

Borodin ving arme en dakloze vrouwen op. Hij zorgde voor medische hulp en er werd ’s avonds niet gemusiceerd om de vrouwen niet uit hun slaap te houden. Hij had bij hem thuis een opvangcentrum georganiseerd. Na jaren van verzoeken kreeg hij uiteindelijk in 1872 toestemming van de Tsaar om een medische opleiding (vroedkunde) voor vrouwelijke studenten op te richten.

Borodin was lid van de nationalistische componistengroep Het Machtige Hoopje, een vijftal componisten die tegen de westerse muzikale invloeden waren, dit in tegenstelling tot hun collega Tsjaikovski, die wel westerse invloeden tot zich had laten doordringen.